Opflitsende geostationaire satellieten

De welbekende schotelantennes, waarmee honderdduizenden Nederlanders hun favoriete tv-zenders ontvangen, staan gericht op zgn. geostationaire (televisie)satellieten. Deze draaien op een hoogte van 36.000 km om de aarde, waar de baansnelheid zodanig is dat zij in precies 1 etmaal 1 omloop maken. Vanaf de grond gezien staat zo'n geostationaire satelliet ('geosat') daardoor steeds op dezelfde plek aan de hemel, waardoor de schotelantenne in principe nooit bijgericht hoeft te worden.

Deze geosats draaien in een veel hogere baan dan bijvoorbeeld het Internationale Ruimtestation (ISS), dat op ruim 400 km hoogte bijna 90 maal dichterbij staat. Zij zijn dan ook buitengewoon lichtzwak, en alleen met een grotere telescoop (minstens 20 cm opening) en wat zoekwerk in beeld te krijgen. Tweemaal per jaar echter hebben we bij het waarnemen van deze satellieten de zon 'in de rug': we zien het zonlicht dan direct van de zonnepanelen naar ons terugkaatsen. De satellieten worden daardoor tot duizenden malen helderder, en zijn dan met een kleine verrekijker of zelfs het blote oog te zien. Het 'voorjaarsseizoen' duurt ongeveer van 18 feb tot 15 mrt, met een optimale periode tussen 26 feb en 5 maart.

Op de in 2020 ter ziele gegane site CalSky werd uitgelegd waar en wanneer u moet kijken. Met behulp van gegevens van deze site heb ik bovenstaand kaartje gemaakt, dat u in de goede richting kan wijzen. De verschijnselen spelen zich af in het sterrenbeeld Sextant; dit nogal obscure object kunt u wellicht het beste vinden door te vertrekken bij de Maagd, links in het kaartje. Let op de schaal: de afstand tussen de horizontale witte lijnen bedraagt 15 graden; dit is ongeveer tweemaal de grootte van het beeldveld van een 7x vergrotende verrekijker.

Het richtpunt waarheen uw (verre)kijker of camera moet wijzen kunt u bepalen m.b.v. de oranje lijn: de plaats van het richtpunt is aangegeven voor de periode 18/2 tot 14/3. Probeer dit punt ruwweg in het midden van uw beeldveld te krijgen. In de loop van de nacht beweegt het denkbeeldige richtpunt met de sterren mee naar het westen (rechts); wanneer u een statief zonder volgmechanisme gebruikt moet u van tijd tot tijd bijstellen.
Theoretisch is de beste waarneemtijd tegen 1 uur 's nachts; u moet dan ruim 30 graden hoog in het zuiden kijken. Maar er is niets op tegen om al enkele uren vroeger te kijken: bijv. om 22 h bevindt uw waarnemingspunt zich ruim 20 graden boven de ZO horizon.

Wat kunt u verwachten te zien? Bij een stilstaande (verre)kijker ziet u de gewone sterren vanaf links langzaam het beeldveld binnen trekken. Rechts van het richtpunt kunt u per uur zeker een dozijn nieuwe (stilstaande!) stipjes zien verschijnen: dat zijn de oplichtende satellieten. Zij blijven enkele minuten zichtbaar, alvorens zij in de aardschaduw verdwijnen.

Op 1 maart 2021 heb ik met een eenvoudige camera door het open raam een foto gemaakt, die ongeveer weergeeft wat er met het blote oog te zien was. Tussen de sterren van de Waterslang (Hya) en het Sextant zien we in het witte ellipsje vier sterretjes op een rij: dit zijn vier oplichtende geosats.